Geschiedenis van Delft

Historische Vereniging Delfia Batavorum viert in 2025 haar 18e lustrum. Ter gelegenheid daarvan nam het bestuur het initiatief voor een nieuwe geschiedschrijving van Delft. Als opvolger van de Canon van Delft wordt het opnieuw een handzaam en aantrekkelijk boek over de historie van de stad. Gerrit Verhoeven en Ingrid van der Vlis schreven in 2015-2016 het tweedelige standaardwerk over de geschiedenis van Delft. Zij gaan de uitdaging aan om in thematische hoofdstukken de nieuwste historische inzichten toe te voegen aan het al bestaande verhaal.

Op 2 november 2025 zal het boek gepresenteerd worden.

Kerk en slavernij

Het gemeentelijk onderzoek naar het slavernijverleden van Delft leidde tot vragen en nieuwsgierigheid bij de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente Delft. Zij vroeg zich af wat de rol van hun voorgangers binnen de Delftse kerk was geweest in deze geschiedenis.

In opdracht van de Algemene Kerkenraad doen Gerrit Verhoeven en Ingrid van der Vlis daarom opnieuw onderzoek in het slavernijverleden van Delft. Nu met specifieke vragen gericht op de kerkelijke betrokkenheid. Gingen er Delftse dominees met de VOC en WIC in zee? Spraken zij zich uit tegen – of juist voor – slavernij? En hoe ging de Delftse kerkenraad in het verleden om met doopverzoeken van vrije en onvrije mensen van kleur die uit de koloniën naar Delft kwamen?

De resultaten van het onderzoek worden naar verwachting op 24 juni 2025 openbaar gemaakt.

Sluit Schiedam!

Aan het eind van de 19e eeuw kent iedereen Schiedam. Daar groeit en bloeit de brandersindustrie, terwijl alcoholmisbruik een steeds groter maatschappelijk probleem wordt. Om jenever en andere sterke drank uit te bannen, richt de drankbestrijding de pijlen op Schiedam. Met zoveel succes dat ‘Schiedam’ een synoniem wordt voor alles wat er mis gaat rondom alcoholgebruik. In 2025 viert Schiedam 750 jaar stadsrecht. Voor de historische bundel die dan verschijnt, doet Ingrid van der Vlis onderzoek naar deze schaduwzijde van de brandersindustrie.

Oostindisch Huis aan de Oude Delft te Delft, 18e eeuw.

Slavernijverleden Delft

In 2023 herdenkt Nederland het slavernijverleden. In opdracht van gemeente Delft is ook het slavernijverleden van deze stad onderzocht. Welke rol speelden Delft en de Delftenaren bij de slavenhandel? Woonden er slaafgemaakten in Delft, en vinden we hun sporen nog terug? De vraag naar het onderzoek was afkomstig van de gemeenteraad in samenspraak met het Kwartiermakerscomité Slavernijverleden, dat activiteiten rondom het herdenkingsjaar opzet. Op 20 juni is het rapport in een indrukwekkende bijeenkomst in bibliotheek DOK in Delft gepresenteerd.

Het rapport ‘Slavernijverleden van Delft’ is beschikbaar via https://erfgoeddelft.nl/nieuws/rapport-slavernijverleden-delft

Het team dat vanuit Stadsarchief Delft aan dit onderzoek heeft gewerkt bestond uit Marion Claessens, Nancy Jouwe, Gerrit Verhoeven, Ingrid van der Vlis en Bas van der Wulp. Ingrid van der Vlis heeft zich inhoudelijk vooral beziggehouden met de Delftse relaties met de geschiedenis van de trans-Atlantische slavenhandel, Suriname en het Caribisch gebied en de West-Indische Compagnie (WIC).

Onteigening/rechtsherstel

In opdracht van diverse gemeenten in het land doet het team Advies & Actualiteit van de Radboud Universiteit Nijmegen onderzoek naar onteigening van Joods onroerend goed tijdens de Tweede Wereldoorlog en daaropvolgend rechtsherstel. Ingrid van der Vlis werkt als onderzoeksleider mee bij vier projecten in Noord-Holland: Alkmaar, Den Helder, Bergen en omliggende gemeenten, en Zaanstad.

Woningen van Joodse eigenaren werden door de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog onteigend en zo mogelijk doorverkocht. De administratie van deze roofpraktijk is vastgelegd in zogenoemde Verkaufsbucher. Na de oorlog volgde rechtsherstel, op een manier die we tegenwoordig als kil en formalistisch beschouwen. Steeds meer gemeenten vragen zich af welke rol hun organisatie in die jaren speelde. Heeft de gemeente zelf panden aangekocht? En zo ja, is daar dan rechtsherstel voor verleend?

Het Joodse echtpaar Erschler woonde tot 1942 in hun eigen huis in Delft. Zij werden in een concentratiekamp vermoord. Wat gebeurde er met hun woning?

Geroofd Joods bezit

In opdracht van de gemeente Delft doet Ingrid van der Vlis een vooronderzoek naar de manier waarop deze gemeente na de Tweede Wereldoorlog is omgegaan met bezittingen van Joodse Delftenaren. Huizeneigenaren waren van hun onroerend goed beroofd door de Duitse bezetter. Hoe eenvoudig kregen overlevenden of hun nazaten dergelijk bezit weer in handen? En wie betaalde de eventuele naheffingen uit de jaren 1940-1945?

W.F. van Oosten maakt omstreeks 1942 deze foto van het Joodse echtpaar Erschler in Delft. Zij worden kort hierna afgevoerd en vermoord. Wat gebeurt er met hun woning na 1945? (Stadsarchief Delft 77937)