Tag Archief van: 17e eeuw

Boerhaave Biografie Prijs

Trots! De samen met Hans van der Sloot geschreven biografie over Cornelis Haga staat op de longlist van de Boerhaave Biografie Prijs 2015. Uit de zeventien genomineerden zal in april een shortlist samengesteld worden. Het blijft nog even spannend dus…

Boerhaave Biografie Prijs 2015

Cornelis Haga (1578-1654). Diplomaat en pionier in Istanbul (Boom 2012)

Arme Elsje

De tv-serie De Gouden Eeuw bezocht op 29 januari de Kamer van Charitate in Delft. Deze instelling staat model voor de wijdverbreide armenzorg in de Republiek. Ingrid van der Vlis gaf uitleg over de charitas en de uitgebreide administratie in de bedelingsboeken.

Tag Archief van: 17e eeuw

Leven in armoede

Na haar studie Maatschappijgeschiedenis werkte Ingrid van der Vlis als a.i.o. aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Met veel plezier werkte zij daar aan haar proefschrift over armoede en armenzorg in het zeventiende-eeuwse Delft, mogelijk door de zeer rijke archieven van de Delftse Kamer van Charitate. Vooral de reconstructie van de levens van honderden arme gezinnen gaf veel voldoening. Wie waren zij? Wanneer ontvingen zij bedeling, en hoeveel kregen zij dan? En hoe gingen zij zelf om met de armenzorg?

Het lukte op deze manier om de bedeelden en hun gezinnen een stem te geven en om verder onderzoek naar de onderste regionen van de maatschappij mogelijk te maken. Het historisch onderzoek en het schrijven daarover smaakten naar meer. Ingrid van der Vlis besloot daarom na haar promotie verder te gaan op dit pad, met het door haar opgerichte Historisch Onderzoeksbureau Tijdelijk.

 

Verschenen bij uitgeverij Prometheus, uitverkocht en alleen nog tweedehands verkrijgbaar.

Door het land van de Sultan

Carel Quina (1622-1689) was een rijke koopman uit Amsterdam, die in 1668 vertrok naar het Heilige Land. Zijn relaas is een van de zeldzame zeventiende-eeuwse Nederlandstalige pelgrimsverslagen van een reis naar Jeruzalem. Het biedt een unieke blik op het reizen in de Gouden Eeuw, vooral omdat Quina niet voor de gebaande paden koos. Terwijl de meeste pelgrims over land naar Venetie reisden en daar de boot namen, reisde hij langs de Donau door tot aan het Ottomaanse Rijk. In een onderhoudend verslag verhaalt Quina over de tocht die hij vervolgens te paard dwars door Turkije maakte.

Quina reisde als gelovige calvinist, maar ook als toerist. Van zijn reis nam hij souvenirs mee naar huis, onder andere een houten maquette van de Heilig Grafkerk. Afbeeldingen van dit museumobject alsmede schilderijen en prenten uit zijn nalatenschap completeren dit unieke reisverslag uit de zeventiende eeuw.

Cornelis Haga (1578-1654)

Cornelis Haga was grondlegger van de diplomatieke, culturele en handelsbetrekkingen tussen Nederland en Turkije. In 1612 werd deze in Schiedam geboren regentenzoon de eerste ambassadeur in Istanbul, het hart van het Ottomaanse Rijk. Hij stichtte er consulaten en bewerkstelligde de vrijlating van christenslaven. Ook betekende het bondgenootschap met Turkije een belangrijk wapen tegen Spanje.

Haga, beroepsdiplomaat van het eerste uur, was een internationale beroemdheid. Als gezant in Zweden zorgde hij ervoor dat een conflict met de Nederlanden tot een oplossing werd gebracht. Daarnaast verkeerde de jurist Haga als president van de Hoge Raad in de omgeving van stadhouder Frederik Hendrik.

Dankzij wegbereiders als Cornelis Haga kon Nederland in de zeventiende eeuw uitgroeien tot een van de machtigste handelsnaties ter wereld. Deze biografie geldt als aanvulling op de geschiedschrijving van de Gouden Eeuw.

Van wezen tot zijn

Het Weeshuis der Hervormden in Schiedam kende in zijn geschiedenis vele pieken, dalen en koerswijzigingen. Bij de oprichting van het Weeshuis in 1605 waren het de ‘schamele weeskinderen’ die in behoorlijke tucht, discipline en ‘vreese Gods’ opgevoed moesten worden. Zij kregen in de loop der eeuwen gezelschap van halfwezen, vondelingen, voogdijkinderen en verlaten kinderen. Niet dat de Weeshuisbestuurders zo veranderingsgezind waren, wel omdat zij telkens zochten naar nieuwe hulpverleningsvormen die pasten bij de tijdgeest.

Het Weeshuis der Hervormden verlegde in de twintigste eeuw de aandacht naar Kinderbeschermingskinderen, uitmondend in de nieuwe jeugdzorginstelling de Lindenhof. Professionalisering en democratisering stelden aan de organisatie andere eisen dan voorheen. Dit leidde in de jaren ’70 tot een splitsing: de Lindenhof als professionele instelling en het Weeshuis der Hervormden als fonds voor jeugdzorg.

Uit archieven en interviews met oud-bewoners wordt in Van wezen tot zijn de bijzondere geschiedenis van het Schiedamse Weeshuis en zijn nazaten gereconstrueerd.

Opdrachtgever: Weeshuis der Hervormden, Schiedam