Tag Archief van: weeshuis

Uiterst moderne jeugdzorg

Werkgarantie, een degelijk uniform en standaardzorg: het weeshuis was ooit uiterst modern. Aan het eind van de vijftiende eeuw ontstaan de eerste weeshuizen. Deze tehuizen blijven eeuwenlang de best denkbare onderkomens voor weeskinderen en vondelingen. In de twintigste eeuw verdwijnen de weeshuizen als sneeuw voor de zon. De ooit zo moderne jeugdzorg geldt dan als traditioneel en ouderwets. Ingrid van der Vlis beschrijft deze ontwikkeling op de verhalensite van Erfgoedhuis Zuid-Holland.

Ouderwetse toestand

Weeshuis: ouderwetse toestand of moderne jeugdzorg? Deze vraag beantwoordt Ingrid van der Vlis op 15 september bij afdeling Delft van het Vrouwennetwerk NVVH. Zij houdt daar een lezing over de rijke geschiedenis van jeugdzorg in Delft. Waar konden hulpbehoevende kinderen en weeskinderen in het verleden terecht, en hoe was de zorg daar geregeld? Aan de hand van veel beeldmateriaal vertelt zij over diverse opvangplekken als het Vondelingenhuis, het Weeshuis, het Meisjeshuis, het Tehuis voor Werkende Jongens en het Van Renswoudehuis.

Weeshuisboek gereed

Burgemeester Marja van Bijsterveldt ontvangt op 8 juni 2017 het eerste exemplaar van ’t Weeshuys binnen Delft. Jeugdzorg in vele gedaanten, geschreven door Ingrid van der Vlis in opdracht van de Fundatie van Renswoude te Delft. Samen met historische vereniging Delfia Batavorum organiseert de Fundatie van Renswoude een feestelijke avond over Wezenzorg in vele gedaanten. Historici Bas van der Wulp, Gerrit Verhoeven en Ingrid van der Vlis nemen u mee in de wereld van de zorg voor ontheemde en verweesde kinderen. Na afloop is het rijkgeillustreerde boek voor de eenmalige introductieprijs van 15 euro verkrijgbaar, vanaf 9 juni is het in de boekhandel te koop voor 18,50 euro.

Graag tot ziens op 8 juni 2017, De VAK, Westvest 9, aanvang 20.00 uur, toegang gratis.

Ooggetuigen gezocht

Voor de geschiedenis van het Weeshuis der Gereformeerden zoekt Ingrid van der Vlis ooggetuigen. Wie heeft er foto’s van een van de panden van het weeshuis of van het leven binnen de instelling? Het Weeshuis begon in het voormalige Barbaraklooster aan de Oude Delft, maar kreeg in 1910 nieuwbouw aan het Koningsplein. Toen dit pand te groot bleek, verhuisden de wezen naar Oude Delft 137-139. Vanaf 1952 stond de instelling daar bekend als het Tehuis voor Werkende Jongens. Het gebouw voldeed niet meer en rond 1968 verrees er nieuwbouw aan de Bieslandsekade. Het Van Renswoudehuis zou daar tot 1975 blijven functioneren.

Om ooggetuigen op te sporen, verschenen berichten in de Delft op Zondag en de Delftse Post. Omroep West besteedde op 7 juni 2016 in het programma Debby en haar mannen aandacht aan de oproep.

Weeshuis in Delft

In opdracht van de Stichting Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude te Delft doet Ingrid van der Vlis historisch onderzoek naar de geschiedenis van het Weeshuis in Delft. Eeuwenlang werden in deze instelling weeskinderen en vondelingen opgenomen, terwijl Delft ook andere organisaties kende waar wezenzorg werd verleend: het Meisjeshuis, het R.-K. Weeshuis en de Fundatie van Renswoude. Hoe verhielden de verschillende instellingen zich tot elkaar en wat merkten de kinderen daarvan? De aan hen verleende zorg zal in het onderzoek centraal staan. Welke kinderen kwamen in het Weeshuis en waarom heette dit vanaf de negentiende eeuw het Weeshuis der Gereformeerden? Gezocht zal worden naar zoveel mogelijk persoonlijke verhalen, zowel van weeskinderen en andere inwoners als van personeel en bestuurders. Het onderzoek resulteert in 2017 in een boek.

’t Weeshuys binnen Delft. Jeugdzorg in vele gedaanten (Delft 2017) ISBN 9789090303246 – 220 p., rijk geillustreerd, 18 euro (alleen nog antiquarisch verkrijgbaar)

Tag Archief van: weeshuis

Uiterst moderne jeugdzorg

Werkgarantie, een degelijk uniform en standaardzorg: het weeshuis was ooit uiterst modern. Aan het eind van de vijftiende eeuw ontstaan de eerste weeshuizen. Deze tehuizen blijven eeuwenlang de best denkbare onderkomens voor weeskinderen en vondelingen. In de twintigste eeuw verdwijnen de weeshuizen als sneeuw voor de zon. De ooit zo moderne jeugdzorg geldt dan als traditioneel en ouderwets. Ingrid van der Vlis beschrijft deze ontwikkeling op de verhalensite van Erfgoedhuis Zuid-Holland.

’t Weeshuys binnen Delft

Eeuwenlang vonden Delftse kinderen onderdak in het Weeshuis. Hoe dit tehuis in de Middeleeuwen ontstond uit de armenzorg van de Heilige-Geestmeesters en hoe het zich vervolgens ontwikkelde, staat in het rijkgeillustreerde boek ’t Weeshuys binnen Delft centraal. De ondertitel, Jeugdzorg in vele gedaanten, geeft al aan dat er meer plaatsvond dan wezenzorg alleen. Van begin af aan kwamen ook vondelingen en verlaten kinderen in het tehuis terecht. Toen in de loop van de twintigste eeuw het aantal weeskinderen afnam, zocht het bestuur van het Weeshuis naar nieuwe mogelijkheden om het weldadige werk voort te zetten. Dat leidde tot het Tehuis voor Werkende Jongens en het Van Renswoudehuis, twee instellingen die zich bekommerden om kinderen die door het Ministerie van Justitie uitbesteed werden. Of deze moderne jeugdzorg helemaal vlekkeloos samenging met de traditionele charitas komt eveneens aan de orde. Waar mogelijk zijn bewoners aan het woord gelaten, waardoor een levendig beeld ontstaat van ruim drie eeuwen jeugdzorg in Delft.

Opdrachtgever: Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude te Delft

’t Weeshuys binnen Delft. Jeugdzorg in vele gedaanten (Delft 2017), rijk geillustreerd, hardcover, 220 pagina’s

Weeshuizen in Nederland

Het Sint Elisabethsgasthuis in Utrecht was in 1491 het eerste weeshuis in Nederland. Een voorbeeld dat tussen 1550 en 1600 navolging vindt in bijna alle grote steden. Van al die tientallen weeshuizen is er nu echter geen enkele meer over. Wat is er met deze liefdadigheidsinstellingen gebeurd?

Weeshuizen in Nederland beschrijft de opkomst en evolutie van de wezenzorg in elf Nederlandse steden. Hieruit blijkt dat er grote overeenkomsten zijn, maar ook dat iedere stad de wezenzorg op een eigen manier aanpakte en anders reageerde op ingrijpende veranderingen als de eerste sociale wetgeving in 1854. Weeskinderen raakten vanaf dat moment steeds minder afhankelijk van de toevallige weldadigheid van goedgezinde stadsgenoten. Bovendien nam het aantal wezen snel af door de hogere overlevingskansen van hun ouders. Met de invoering van de Algemene Bijstandswet in 1965 verviel definitief het bestaansrecht van het weeshuis. Toch functioneren vandaag de dag nog tal van stichtingen die zijn voortgekomen uit de weeshuizen van weleer.

Opdrachtgever: Burgerweeshuis Meppel

Geschreven i.s.m. Thijs Rinsema

Van wezen tot zijn

Het Weeshuis der Hervormden in Schiedam kende in zijn geschiedenis vele pieken, dalen en koerswijzigingen. Bij de oprichting van het Weeshuis in 1605 waren het de ‘schamele weeskinderen’ die in behoorlijke tucht, discipline en ‘vreese Gods’ opgevoed moesten worden. Zij kregen in de loop der eeuwen gezelschap van halfwezen, vondelingen, voogdijkinderen en verlaten kinderen. Niet dat de Weeshuisbestuurders zo veranderingsgezind waren, wel omdat zij telkens zochten naar nieuwe hulpverleningsvormen die pasten bij de tijdgeest.

Het Weeshuis der Hervormden verlegde in de twintigste eeuw de aandacht naar Kinderbeschermingskinderen, uitmondend in de nieuwe jeugdzorginstelling de Lindenhof. Professionalisering en democratisering stelden aan de organisatie andere eisen dan voorheen. Dit leidde in de jaren ’70 tot een splitsing: de Lindenhof als professionele instelling en het Weeshuis der Hervormden als fonds voor jeugdzorg.

Uit archieven en interviews met oud-bewoners wordt in Van wezen tot zijn de bijzondere geschiedenis van het Schiedamse Weeshuis en zijn nazaten gereconstrueerd.

Opdrachtgever: Weeshuis der Hervormden, Schiedam