Door het land van de Sultan
Carel Quina (1622-1689) was een rijke koopman uit Amsterdam, die in 1668 vertrok naar het Heilige Land. Zijn relaas is een van de zeldzame zeventiende-eeuwse Nederlandstalige pelgrimsverslagen van een reis naar Jeruzalem. Het biedt een unieke blik op het reizen in de Gouden Eeuw, vooral omdat Quina niet voor de gebaande paden koos. Terwijl de meeste pelgrims over land naar Venetie reisden en daar de boot namen, reisde hij langs de Donau door tot aan het Ottomaanse Rijk. In een onderhoudend verslag verhaalt Quina over de tocht die hij vervolgens te paard dwars door Turkije maakte.
Quina reisde als gelovige calvinist, maar ook als toerist. Van zijn reis nam hij souvenirs mee naar huis, onder andere een houten maquette van de Heilig Grafkerk. Afbeeldingen van dit museumobject alsmede schilderijen en prenten uit zijn nalatenschap completeren dit unieke reisverslag uit de zeventiende eeuw.